Waterwerkers #5 – Een vislift is belangrijk – adviseur waterkwaliteit & ecologie Marianne vertelt waarom

Als iemand op een feestje vraagt wat Marianne voor werk doet, komt al snel de vislift ter sprake. Daar gaan we het dan ook zeker over hebben! Maar Marianne houdt zich als adviseur waterkwaliteit & ecologie met veel méér interessants bezig.

Waterkwaliteit betekent: goede visstand 


De hoofdtaak van het waterschap bestaat uit veilige dijken en voldoende, gezond en gezuiverd water. Marianne: ‘Ecologie gaat bij ons vaak over oppervlaktewater. Wij zorgen ervoor dat het water gezond is én blijft. Door te werken aan meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit’. Bij gezond water hoort een goede visstand. Op dit moment is Marianne vooral bezig met vismigratie en visstandbeheer (waaronder aalbeheer) en met het voorkomen van vissterfte en exotenbestrijding. Ook de biodiversiteitagenda hoort bij Mariannes werkzaamheden.

Werken bij een waterschap  


Tijdens haar HBO-studie milieutechnologie in Deventer, deed Marianne een afstudeeropdracht bij – toen nog – Waterschap Regge en Dinkel (dat heet nu: Waterschap Vechtstromen). Marianne: ‘Hier vond ik de sfeer en manier van samenwerken zo fijn, dat ik graag bij een waterschap aan de slag wilde. Werken bij een organisatie waarbij je concreet iets betekent voor je omgeving, geeft je het gevoel dat je ertoe doet’. Nu, 18 jaar later en alweer 15 jaar werkzaam bij Waterschap Zuiderzeeland, is dat gevoel over het werk en de samenwerking met collega’s alleen maar nóg beter geworden.  

Marianne bij een vislift

Vissen begeleiden 


Het hele jaar door is vismigratie belangrijk, maar het voorjaar is wel het spitsuur. Wat betekent dat voor de vissen – en voor Mariannes werk? ‘Vissen hebben verschillende plekken nodig om te overleven. Zo zitten ze in de winter in wat dieper water om te overwinteren. Sommige vissen hebben genoeg aan een klein slootje van een paar honderd meter. Maar de paling komt als klein aaltje ter wereld bij de Sargassozee, en zwemt dan met de golfstroming mee naar Europa. Dan zwemt hij bij ons het water binnen en gaat zo door richting de slootjes. Tegen de tijd dat de paling een dikke schieraal is – na een jaar of 6 jaar of langer – gaat hij de polder weer uit, steekt ‘ie weer over en gaat zichzelf voortplanten. Daar heb je wel wat visverbindingen voor nodig.’ 

Van vistrap naar smart vislift 


Eind 2020 is de Smart Vislift, een speciaal model vispassage, in de Pluvierentocht geplaatst. Marianne: ‘Dit is een ronde bak, waarin de vissen kamertje voor kamertje, als een soort wokkel omhoog kunnen zwemmen. De smart vislift heeft daarbij ook nog een camera, waarmee hij vissen kan herkennen en tellen. Op een website kunnen we dan grafieken bekijken die precies laten zien welke vissoorten zijn langsgekomen.’

Woensdag 16 augustus was het bijvoorbeeld heel druk in onze vislift. Zo weet je het hele jaar door of de vislift wel of niet werkt. Bij een ouderwetse vistrap weet je alleen of ie werkt als je er een netje achter hangt om vissen te vangen. Maar met de camera weet je zeker dat er vismigratie plaatsvindt. Als alles volgens planning loopt, komen er voor het eind van dit jaar nog vijf bij, daar krijgen we subsidie voor. Dan hebben we er zes in ons gebied’.

Grafiek met hoeveelheid per vissoort. Het lege stuk is omdat de smart vislift een ruime week dicht was vanwege onderhoud.

Exoten bestrijden 


Het eind van de zomer en het najaar betekenen weer andere werkzaamheden voor Marianne. Exoten zijn de planten en dieren uit het buitenland die hier niet thuishoren en vaak problemen veroorzaken. Marianne: ‘Vooral de exotische waterplanten duiken aan het eind van de zomer op. Als een invasieve waterplant woekert, kan dit problemen geven voor de af- en aanvoer van water. En het is niet goed voor biodiversiteit en waterkwaliteit, want andere planten worden aan de kant gedrukt en sterven af.’  
 
Marianne zit in een interne projectgroep, met collega’s die binnen en buiten met exoten te maken hebben. Samen maakten ze een plan over hoe ze om willen gaan met exoten, zodat ze dat niet elke keer opnieuw hoeven te bedenken. En dan kunnen ze buiten, in het veld, sneller en beter aan de slag. Marianne: ‘Als we een nieuwe plek met exoten ontdekken, dan proberen we die zo snel mogelijk op te ruimen. Ik geef dan advies en overleg met degene die die plant weghaalt’. 

Kleine successen vieren 


Wat Marianne het mooiste vindt aan haar werk? ‘Als je samen met collega’s een oplossing hebt verzonnen en weet: zo gaan we het doen! Dat je echt een stap vooruit kan. Ik vier ook de kleine dingetjes, zoals dat het druk is in de vislift of wanneer een nieuwe exoot tóch geen exoot bleek te zijn. Of wanneer ik er na twee weken eindelijk aan gedacht heb mijn eigen mok weer eens mee te nemen naar kantoor!’ 

Ook interessant