Waterwerkers #4 – Van blauwalg tot ziektes en medicijnresten: zó houdt Marc als medewerker Meten en Monitoren het water in de gaten
‘En, is de waterkwaliteit goed?’ vragen voorbijgangers als Marc bezig is met de meetapparatuur of wanneer hij watermonsters afneemt. Als medewerker Meten en Monitoren bij Waterschap Zuiderzeeland is Marc een belangrijke schakel tussen het buiten- en binnenwerk van het waterschap. Wat doet een ‘monsternemer’ op een gemiddelde werkdag en waarom is dit werk zo belangrijk?
Ogen en oren in het veld
Eerst werkte Marc van der Kolk op de afvalwaterzuivering bij Waterschap Zuiderzeeland. Via zijn collega’s van de afdeling Meten en Monitoren rolde hij in zijn huidige functie als medewerker Meten en Monitoren. ‘Het werk sluit perfect aan bij mijn interesses’ vertelt natuurliefhebber Marc, die in zijn vrije tijd bestuurslid is bij Natuurvereniging IJsseldelta in Kampen. Als Medewerker Meten en Monitoren verzamelt hij allerlei informatie over de waterkwaliteit en zet die informatie door voor verder onderzoek. Marc: ‘Veel mensen richten zich op de zichtbare aspecten van de natuur, zoals planten en dieren. Een ander belangrijk – maar vaak vergeten – onderdeel, is het water en alles wat daarin leeft.’
Een typische werkdag
Het belangrijkste in Marc zijn werk is het nemen van monsters van sloten. Marc: ‘Een werkdag begint vaak rond half 8, samen met collega’s aan een kop koffie. Daarna controleren we of alle meters nog kloppen. Dit is belangrijk, aangezien de uitslagen van onze tests gevolgen kunnen hebben. Na een kort overleg gaat Marc op pad om op een aantal locaties metingen uit te voeren. Bijvoorbeeld van het oppervlaktewater of zwemwater. Hij kijkt hierbij naar onder andere de pH-waarde, zuurstofniveaus, temperatuur en de geleidbaarheid van het water. ‘Na de metingen neem ik monsters af. Die gaan dan naar het laboratorium in Zwolle, waar ze verder worden onderzocht’ legt Marc uit.
Werken op locaties
De medewerkers Meten en Monitoren doen hun metingen en monsterafnamen op specifieke locaties, die onderdeel zijn van een vaste route. Die route leggen ze per auto of per boot af. Meestal gaan Marc en zijn collega's in hun eentje op pad, tenzij de boot nodig is (vanwege de veiligheid mogen ze daar alleen met minstens twee personen op) of als ze extra onderzoeken moeten uitvoeren. Marc vertelt: 'Bepaalde locaties worden om de week bezocht, andere eens per maand. En op sommige plekken doen we nog vaker metingen. Dit zijn vaak gerichtere opdrachten, afkomstig van een bepaalde vraag uit het lab of het waterschap zelf – bijvoorbeeld naar aanleiding van een lozing, of vissterfte.'
Van blauwalg tot ziektes en medicijnresten
Soms constateert Marc tijdens het monitoren blauwalg. Dit kan dan leiden tot een negatief zwemadvies voor het betreffende water. Iets anders waar Marc en zijn collega’s actief op controleren, is het afvalwater op de afvalwaterzuiveringen. Een keer in de zes dagen neemt hij daar monsters. Ook het RIVM wil graag meer informatie uit het afvalwater halen om zo bijvoorbeeld verschillende ziekten in een gebied in kaart te brengen.
Dit helpt om mogelijke uitbraken van ziekten te voorspellen. Ook wordt er gekeken naar resten van medicijn- en drugsgebruik.
Waterwerker én natuurliefhebber
Kunnen bijdragen aan het recreatieplezier en gezondheid van zoveel mensen, is mooi. Maar het allerfijnste aan zijn werk, vindt Marc de werkomgeving. Het buiten zijn en op allerlei verschillende plekken komen, maakt het werk afwisselend. En soms zelfs avontuurlijk, bijvoorbeeld als een locatie heel moeilijk begaanbaar is.
Zijn favoriete locatie? Daar is Marc heel duidelijk over: ‘De mooiste plekken zijn de gebieden waar geen mensen komen. De Oostvaardersplassen en het Horsterwold bijvoorbeeld.’