Waterwerkers #7 – Hoe Bert, senior medewerker Watertoezicht, samen met agrariërs werkt aan schoon oppervlaktewater
De agrarische sector fascineert Bert al van kleins af aan. Werken met deze beroepsgroep vindt hij dan ook het mooiste aan zijn baan als senior toezichthouder en adviseur agrarische lozingen. Naast deze rollen zet Bert zich ook landelijk in namens alle waterschappen.
De brug tussen agrariërs en beleid
De nadruk in Bert zijn huidige rol ligt op de agrarische sector in Flevoland. ‘Vanuit mijn rol als senior toezichthouder maak ik de jaarplanningen van bedrijfscontroles voor mijn collega’s. Ook ben ik aanspreekpunt voor de controles en handhaving. Daarnaast houd ik de continu veranderende wet- en regelgeving bij en geef dit door aan mijn collega’s. Het contact met agrariërs vind ik het allerleukste, daarom doe ik elk jaar ook nog een aantal controles zelf. Zo sta ik – ook na bijna 25 jaar werken bij het waterschap – nog steeds met één voet in de klei. Ik vind het belangrijk om mijn praktijkkennis en -ervaring te delen met de interne beleidsafdeling én met ambtenaren van de landelijke overheid.’
Agrariërs adviseren
Bert wil ondernemers motiveren om samen stappen te zetten in het verbeteren van de waterkwaliteit. ‘Door agrariërs bij projecten te betrekken, helpen wij hen bij het nemen van effectieve en praktische maatregelen. Zo helpen we de lozingen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen naar het oppervlaktewater te verminderen of zelfs te voorkomen. Ook adviseer ik agrariërs over deze lozingen. Zo geef ik onder andere advies aan een akkerbouwer die een wasplaats met afvalwaterzuivering voor landbouwmachines wil aanleggen op zijn erf.
Lokaal én landelijk actief
Elke dag is anders voor Bert. ‘Ik besteed ongeveer 80 procent van mijn tijd op kantoor en 20 procent buiten. ‘s Ochtends overleg ik bijvoorbeeld met andere waterschappen en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) over het landelijke toezicht en handhaving op de wet- en regelgeving over gewasbeschermingsmiddelen. Een andere dag zit ik weer bij een agrariër aan de keukentafel om met hem mee te denken.'
Van complex naar eenvoudig
De waterkwaliteitsdoelen halen is de grootste uitdaging voor Bert: ‘Ik vind het belangrijk dat doelen realistisch zijn om te behalen. Tegelijkertijd: we moeten nu eenmaal genoeg gezond water hebben voor nieuwe generaties. Door de complexiteit van de wet- en regelgeving is het voor agrariërs heel ingewikkeld geworden om zich aan alle regels te houden – én is het voor de toezichthouders steeds moeilijker om dit te controleren. Ik probeer dit proces eenvoudiger te maken zonder dat we het doel – de waterkwaliteit – uit het oog verliezen.’
Landelijk deskundige op het gebied van driftreductie
Voor het beschermen van landbouwgewassen tegen ziekten en plagen, gebruiken agrariërs toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Deze middelen worden met water aangemaakt en vervolgens verspoten over landbouwgrond. Om het wegwaaien van fijne druppels spuitvloeistof (dit wordt 'spuitdrift' genoemd) te verminderen, moeten agrariërs aan strenge regels voldoen. Bert: ‘Namens alle waterschappen zit ik in de landelijke Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT), waar ik ook voorzitter van ben. De TCT beoordeelt spuitmachines en spuitdoppen van fabrikanten op het tegengaan van spuitdrift. Agrariërs investeren fors in dergelijke machines én in technieken die het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verminderen.'
Verbeteringen in de toekomst
Er zal volgens Bert altijd werk blijven op het gebied van de agrarische sector en waterkwaliteit. ‘Agrariërs blijven gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen gebruiken in Nederland om voedsel te produceren. Lozingen worden wel verminderd door huidige investeringen en maatregelen op het erf. Dit is hard nodig om de waterkwaliteitsdoelen in 2027 te halen. Helaas hebben we niet overal grip op. Denk bijvoorbeeld aan het weer: als het veel regent, dan kunnen agrariërs niet voorkomen dat er resten van gewasbeschermingsmiddelen in de sloot terechtkomen. Maar ook hierin doen we praktijkproeven om dit te verminderen. Zo zetten wij ons samen in voor schoon én gezond oppervlaktewater – nu en in de toekomst.’