Watertekort
Een watertekort hebben we in Flevoland niet zomaar. Door de combinatie van verdamping, veel watergebruik en weinig regen kan zo'n tekort ontstaan. Het grondwater daalt en het is lastiger om de waterpeilen en de water kwaliteit goed te houden. Om een watertekort te voorkomen en de kans op blauwalg te verkleinen, nemen we verschillende maatregelen. Deze lees je op deze pagina.
Wat doen we bij mogelijk watertekort?
We verhogen het waterpeil
Bij hoge temperaturen heeft de natuur en het gewas op het land meer water nodig. Om genoeg water te hebben voor agrariërs, sport- en natuurterreinbeheerders en particulieren verhogen wij daarom het waterpeil. Dit geldt voor de hele Noordoostpolder, de Lage Vaart en de Hoge Vaart in Oost- en Zuid Flevoland. Het waterpeil in deze vaarten verhogen we met 10 cm.
We verhogen gestuwde gebieden
Ook verhogen we het waterpeil in gestuwde gebieden, met 10 tot 20 cm. Stuwen zijn schuiven die water vasthouden, zodat het niet naar het laagste punt kan stromen. Het water tussen de stuwen kan door agrariërs, particulieren en natuurorganisaties gebruikt worden voor bijvoorbeeld beregening van gewassen, sportvelden of natuur.
We pompen water uit het Markermeer naar het Veluwemeer
In opdracht van Rijswaterstaat, de beheerder van het Veluwemeer, pompen wij vanuit het Markermeer extra water het Veluwemeer in via de sluis bij gemaal De Blocq van Kuffeler bij Almere. Op die manier houden we het waterpeil in het meer goed. En blijft recreatie en scheepvaart mogelijk, blijven dijken en kades stevig en wordt de kans op blauwalg kleiner.
We controleren dijken
Dijken zijn wat gevoeliger voor droogte dan de vlakke grond. Gelukkig kunnen onze dijken wel tegen een stootje, omdat het kleidijken zijn. Om de dijken ook in lange droge periodes stevig te houden, controleren onze dijkopzichters de dijken op droogtescheuren. Deze herstellen zich na verloop van tijd als de grond vochtiger is.
Wat doen wij bij dreigen watertekort?
We hebben wekelijks overleg met andere partijen
Mocht er wel watertekort dreigen dan overleggen wij wekelijks met Rijswaterstaat en andere waterschappen en provincies rondom het IJsselmeergebied. We bepalen dan gezamenlijk welke maatregelen nodig zijn. Rijkswaterstaat kan ons bijvoorbeeld een beperking opleggen, waarin wordt bepaald hoeveel IJsselmeerwater ieder waterschap rond het IJsselmeer mag inlaten.
We kunnen een verdringingsreeks instellen
Als het waterpeil in het IJsselmeer te ver is gedaald, dan werkt de zogenaamde verdringingsreeks. In de Waterwet is vastgelegd welke belangen voorgaan bij droogte. De dijken zijn bijvoorbeeld het belangrijkst. Zonder dijken hebben we geen Flevoland. Maar ook de veengebieden zijn belangrijk, omdat daar door droogte de bodem kan dalen.
In de geschiedenis van Waterschap Zuiderzeeland is het gelukkig nog nooit voorgekomen dat we een verdringingsreeks moesten instellen.
We kunnen beregeningsverbod instellen
We realiseren ons dat een verbod op beregening grote gevolgen heeft op alle bedrijven die afhankelijk zijn van oppervlaktewater. Ook voor de natuur kan niet overal genoeg water zijn. Daarom voeren we alleen zulke maatregelen in als het echt niet anders kan. Tot nu toe hebben wij nog nooit een beregeningsverbod in Flevoland ingesteld. Ook tijdens de extreem droge zomer in 2018 niet.