Regionale waterkeringen in Flevoland op orde
Waterschap Zuiderzeeland heeft eind 2023 de regionale keringen (vooral dijken) in zijn beheergebied onderzocht. Uit dit onderzoek - de veiligheidstoetsing - blijkt dat alle regionale keringen voldoen aan de norm en dat wij deze keringen niet hoeven te versterken.
Waarom en wanneer er een veiligheidstoetsing moet worden gedaan?
De veiligheidstoetsing voeren wij als waterbeheerder iedere zes jaar uit. Toezichthouder provincie Flevoland heeft dat vastgelegd in de Omgevingsverordening Flevoland. In deze verordening zijn ook de waterveiligheidsnormen en gebiedsgrenzen vastgelegd. Het gaat in totaal om ongeveer 31 km regionale waterkering, waarvan ruim 20 km rond tien buitendijkse gebieden en ruim 10 km langs de randmeren in de Noordoostpolder.
We hebben in ons beheergebied primaire, regionale en overige keringen
Een primaire waterkering is in Nederland een dijk die beschermt tegen het wettelijk buitenwater. In ons beheergebied gaat het hierbij om de dijken langs het IJsselmeer, het Markermeer en de daarmee in open verbinding staande wateren. Ook gelden de dijken langs de grote Flevolandse randmeren als primaire kering.
Daarnaast beheren wij in ons gebied regionale waterkeringen (secundaire keringen) die zijn aangewezen in de provinciale Omgevingsverordening. Dit zijn keringen rond tien buitendijkse gebieden en een strook van ruim 10 km langs de randmeren in de Noordoostpolder.
Verder beheren we ook enkele 'overige keringen'. Dit zijn de waterkeringen die niet zijn aangewezen als primaire waterkering door het Rijk of als regionale waterkering door de provincie. Een voorbeeld hiervan is de Knardijk.
Primaire en regionale keringen moeten voldoen aan waterveiligheidsnormen
Waterschap Zuiderzeeland zorgt ervoor dat de primaire en regionale waterkeringen voldoen aan de vastgestelde normen. Als keringen niet voldoen, dan gaan wij met die keringen aan de slag. Zo hebben wij recent de Drontermeerdijk versterkt en zijn wij de versterking van de IJsselmeerdijk aan het voorbereiden.
Voldoen aan de norm betekent niet dat wateroverlast in alle gevallen voorkomen kan worden. Vooral als het gaat om de regionale keringen rondom de bebouwde buitendijkse gebieden. Bij de bepaling van de norm voor deze buitendijkse gebieden, is door de provincie uitgegaan van het accepteren van een bepaalde mate van wateroverlast. Als uitgangspunt voor het waterveiligheidsbeleid van de regionale keringen geldt: veilig, robuust en duurzaam, met oog voor de specifieke situatie van de regionale keringen en de functies in de (buitendijkse) gebieden.
Afbeelding bovenaan op deze pagina: Regionale waterkering bij Parkhaven (Lelystad)