Informatiebijeenkomst 9 februari 2022 Versterking IJsselmeerdijk
Woensdagavond 9 februari was de derde digitale informatiebijeenkomst voor project Versterking IJsselmeerdijk. Deze dijk tussen Lelystad en de Ketelbrug voldoet niet aan de nieuwe veiligheidseisen. Dit betekent niet dat de dijk op dit moment onveilig is, maar voor de toekomst moet er wel wat gebeuren. Het project zit nu zo’n anderhalf jaar in de verkenningsfase. Deze avond hebben wij belanghebbenden en belangstellenden geïnformeerd over de stand van zaken richting een Voorkeursbeslissing voor de dijkversterking.
Bekijk hieronder het programma en hoe u het videoverslag van deze bijeenkomst kunt ontvangen.
Het programma van de informatieavond
- Stand van zaken project Versterking IJsselmeerdijk
- Van Kansrijke Alternatieven naar Voorkeursalternatief
- Uitleg Milieueffectrapport (MER) en inspraakmomenten
Meer informatie
Als u het videoverslag van deze informatiebijeenkomst wilt bekijken, neem dan contact met ons op via 0320 274 911 of ijsselmeerdijk@zuiderzeeland.nl.
Hieronder vindt u de in de chat gestelde vragen en de bijbehorende antwoorden.
In dijkvak 1 zitten ook de nieuwe windmolens, hoe zit dat?
We zijn met Windplan Blauw hierover in gesprek. De huidige molens staan dicht langs de dijk. Die gaan in het komende half jaar verdwijnen. In het nieuwe plan komen deze een stuk verderop in het IJsselmeer, dus niet op de plek waar eventueel onze vooroever komt. Wel belangrijk voor ons om daar rekening mee te houden bij hoe we het gebied gaan inrichten.
In welke mate is er een risico van opstuwing in de baai bij noordoostenwind?
Dit is inderdaad een zogenaamde maatgevende conditie bij het ontwerp van deze dijkversterking. Oftewel een windrichting waarmee we rekening houden, ook bij extreme omstandigheden met veel opstuwing en hoge waterstanden. Daar hebben we bij de Baaidijk ook goed naar gekeken en vooralsnog blijft de versterkingsopgave voor dit deel van de IJsselmeerdijk relatief klein. De dijk is hier hoog en stevig genoeg. Het gaat bij de Baaidijk vooral om het versterken van de dijkbekleding aan de buitenzijde: de stortstenen, de zetstenen en het asfalt (beheer-/fietspad) op de dijk.
Gaan jullie de aannemer vroeg betrekken, al bij planuitwerkingsfase?
Die keuze moeten we nog maken. We betrekken nu in de verkenningsfase al zo goed mogelijk de kennis uit de markt en willen dat ook in de planuitwerkingsfase doen. Over het vroegtijdig betrekken van een aannemen verwachten we de komende maanden een beslissing te nemen.
Eerst was een vooroever duurder (geen subsidie). Hoe kan dat?
Bij de kansrijke alternatieven was de vooroever in eerste instantie inderdaad duurder. Waarom dit alternatief nu qua investering goedkoper uitvalt, komt omdat wij het ontwerp hebben aangepast. In het huidige ontwerp is een vooroeverdam opgenomen. In het oorspronkelijke ontwerp gingen wij ervan uit dat wij een soort van strand tegen de dijk gingen aanleggen. Daar is enorm veel zand voor nodig (wat veel kost), ook omdat dit weer deels afspoelt bij stormachtig weer. Daarom hebben het ontwerp aangepast met een zogenaamde langsdam die dit zand als het ware opsluit, waardoor ook minder zand nodig is. Wat ook meespeelt is dat we bij de eerste ramingen aan de voorzichtige kant zaten vanwege de vele onzekerheden bij dit alternatief. Nu we verder in het ontwerpproces zitten, krijgen we een scherper beeld van hoe zo'n vooroever het beste kan worden aangelegd in onze situatie.
Hoe breed is de vooroever en zijn er voorbeelden hiervan in Nederland?
In het noorden bij dijkvak 1 en 2 is de vooroever zo'n 60 meter breed en inclusief vooroeverdam ga je dan zeker 70 meter het IJsselmeer in. Deze breedte is nodig om aan de waterveiligheidsopgave te voldoen. In dijkvak 3 is het mogelijk om de vooroever iets minder breed te maken, zo'n 40 meter. Er zijn andere voorbeelden, zoals bijvoorbeeld de Houtribdijk die een vooroever heeft. Deze is wel iets anders vormgegeven, deels met een dam en deels met een aflopend strand (is daar makkelijker te realiseren omdat het water daar minder diep is). Daarnaast zijn er ook nog andere voorbeelden in Nederland, zoals bij de versterking van de Markermeerdijk tussen Hoorn en Amsterdam.
Wordt rekening gehouden met toekomstige flexibel peilbeheer vanuit RWS?
We gaan uit van meerpeilstijging van het IJsselmeer. We ontwerpen de dijkversterking voor de komende vijftig jaar en houden daarbij rekening met een peilverhoging van 30 cm, zoals in het huidige peilbesluit is opgenomen. Met het vooroeveralternatief is het wel relatief eenvoudig om aanpassingen in de toekomst te doen, mocht het peilverhoging in de komende tientallen jaren toch hoger worden.
Bij één variant schuift de weg 12 meter naar binnen, past dat met veld zonnepanelen bij Flevokust en zijn alle kosten meergenomen?
Op dat deel van de dijk is voldoende ruimte, vanwege de grote binnenberm die daar ligt. De versterking blijft nog binnen het gebied van de kwelsloot die daar ligt en dat betekent dat de zonnepanelen niet verplaatst hoeven te worden.
Bij hergebruik van materialen zijn elders flinke problemen ontstaan door verontreiniging. Wordt dat hier 100% uitgesloten?
Dat is wel onze intentie. Dit is een gevoelig onderwerp. We hebben dit in beeld en weten dat dit een probleem kan vormen, kortom we nemen dit sowieso mee in de contractvorming. Verschil tussen de wetgeving en de zorgplicht die je als overheid hebt. Daartussen zit een leemte. Bij de meeste projecten in het land waarbij dit speelt, is wel voldaan aan de wetgeving voldaan. Toch zijn daar situaties ontstaan die je achteraf vanuit je zorgplicht liever had willen voorkomen. Voor ons dus een belangrijk aandachtspunt bij onze doelstelling om zo min mogelijk primaire grondstoffen te gebruiken. We willen er echt voor waken dat daarbij verontreinigingen ontstaan. We houden ons daarbij overigens ook aanbevolen voor ideeën en oplossingen om dit te voorkomen.
Komt er bij vooroever ook ergens een strandje richting Ketelbrug?
Dat is een hele gedetailleerde vraag, daar kunnen we nu nog geen antwoord op geven. We zitten met de vooroever in een Natura 2000 gebied, dus daarin is niet alles mogelijk. We nemen deze wens wel mee in de verdere planuitwerking.
Hoe borgen jullie bij vooroever de ecologische biodiversiteit? Sloop je door het onderhoud die ambitie niet?
Dat is typisch een vraag die we nu verder gaan uitzoeken. Een vooroever trekt extra natuur aan en hoe we daarmee omgaan, is een vraag voor de planuitwerkingsfase.
Onderhoud aan de vooroever kan ook in delen plaatsvinden, zodat er altijd delen zijn waar fauna naar kan uitwijken. Daarnaast kunnen we kijken in welk seizoen we het beste onderhoud kunnen uitvoeren (bijvoorbeeld niet in paaitijd van vissen of broedseizoen van vogels). Daarnaast kan het aanvullen van zand op allerlei verschillende manieren worden gedaan, dus ook op dat deel van het onderhoud kunnen we de verstoringen beperken.
Markerwadden schijnen al weer langzaam weg te spoelen. Hoe zeker zijn jullie van eens per 10 jaar onderhoud nodig?
Het is zo dat dit moeilijk te voorspellen is. Bij veel stormen kan dit eerder nodig zijn, maar het kan ook meevallen dat we pas na twintig jaar groot onderhoud moeten plegen. We hebben dit met modellen onderzocht en eens per tien jaar lijkt op dit moment het meest waarschijnlijk. In de planuitwerkingsfase gaan we dit nog verder onderzoeken.
Wat in ons geval gunstig is, is dat de vooroever grotendeels onder water water ligt (-1 m NAP). Daardoor hebben we veel minder last van afwaaiing ten opzichte van bijvoorbeeld de Markerwadden.
Hoe wordt de aansluiting van vooroever en vierkante verhoging gerealiseerd?
Daar hebben we al over nagedacht. We moeten op een aantal plekken de vooroever gaan aansluiten op een vierkante of binnenwaartse dijkversterking. We denken dat te gaan doen met strekdammen. Dit zijn dammen die haaks op de dijk staan en daarmee kunnen we het zand van de vooroever gaan opsluiten. Dat moeten we dan wel zo doen dat de versterkingsopties deels overlappen, zodat het geheel vloeiend in elkaar overloopt.
De overgangen worden zo ontworpen dat het geheel past bij het ruimtelijk kwaliteitskader dat wij voor deze dijk hebben opgesteld (waarbij de omgeving bij het opstellen hiervan ook heeft meegedacht).
Komt er een fietsbare oversteek (nu steile trap) naar de Klokbekerweg?
Wij hopen het wel. Het is voor ons in ieder geval een bekende wens. Wij zijn hierover in overleg met de provincie om te kijken of we het onderhoudspad dat nu wordt gebruikt als fietspad toegankelijker kunnen maken en dit is een van de onderwerpen daarbij. Bovendien is dit ook een van de mogelijke plekken om iets extra's te doen voor recreatie langs de dijk.
De voorover vraagt relatief vaak om zandsuppletie. Blijft er voldoende aanbod van zand? Waar blijft het zand dat wegspoelt en wat veroorzaakt het daar?
Aanbod van zand is een aandachtspunt. Het zand wordt gewonnen in het IJsselmeer, ook als middel om vaargeulen op de juiste diepte te houden. Momenteel is er genoeg zand, maar dat moeten we wel in de gaten blijven houden. Door erosie komt er zand in het IJsselmeer terecht, waar het grotendeels naar verwachting net voor de voeroeverdam blijft liggen. Overigens kijken we bij de vooroever ook naar andere materialen dan zand. Als daar andere, 'schone' alternatieven voor zijn, dan hebben we wellicht minder zand nodig.
Er komen toch wel weer schapen op de dijk?
Er lopen geen schapen op deze dijk. We hebben na de versterking te maken met biodiversiteit en een aantal pachters en het is niet de verwachting dat er uiteindelijk schapen op de dijk komen.
Bij de vooroever variant is daar ook een dijkverhoging nodig?
Nee, met een vooroever is de dijkversterkingsopgave gerealiseerd, waardoor de bestaande dijk verhoogd hoeft te worden.
Wordt een langsdam ook gelijk een uitkijkpost?
In de verschillende participatiebijeenkomsten zijn door inwoners en belangengroepen recreatiemogelijkheden als wens naar voren gebracht. Een uitkijkpost is een van die wensen en in de planuitwerkingsfase proberen we waar mogelijk dit soort wensen mee te nemen in het uiteindelijke ontwerp.