Spuitcontroles in het voorjaar
In het teeltseizoen zijn veel spuitmachines op landbouwpercelen aan het werk om gewasbeschermingsmiddelen toe te passen. Belangrijk om gewassen te beschermen tegen ziekten en plagen. Onze toezichthouders gaan in mei of juni gericht spuitcontroles uitvoeren. Zij doen dit op meerdere dagen in projectvorm. Ook buiten dit project voeren wij deze controles uit. Zorg ervoor dat u de milieuregels naleeft en voorkom de gevolgen van een overtreding.
Er zijn best veel milieuregels voor het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen. Deze regels gelden ook voor biologische telers, als zij gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. De regels waarop wij controleren, staan hieronder overzichtelijk met een toelichting en advies.
Driftreducerende spuittechniek
Minimale driftreductie-eis is 75%. Op veel etiketten van gewasbeschermingsmiddelen staat een hogere driftreductie-eis: 75%, 90%, 95%, 97,5% of zelfs 99%. Op de lijst met driftreducerende spuittechnieken (DRT-lijst) en de lijst met driftreducerende spuitdoppen (DRD-lijst) kunt u nazoeken of u hieraan kunt voldoen met uw spuitmachine. Kijk ook naar het informatieblad van de spuittechniek. De actuele versies van de DRT-lijst en DRD-lijst en de informatiebladen vindt u op de website van het Informatiepunt Leefomgeving: https://iplo.nl/. Tip: gebruik het zoekvenster.
Advies: Ga na of u met uw spuitmachine kunt voldoen aan de hoogste driftreductie-eis.
Kantdop
Voorheen was het gebruik van de kantdop alleen langs het oppervlaktewater verplicht. Vanaf 1 januari 2024 moet u de kantdop langs alle perceelsranden gebruiken, dus ook als een zijde van uw landbouwperceel niet aan een sloot, tocht of vaart grenst. Langs de teeltvrije zone/bufferstrook moet u ook de kantdop gebruiken. Toegelaten kantdoppen vindt u op de DRD-lijst.
Advies: Zorg ervoor dat reservekantdoppen in de spuit of trekker liggen.
Spuitboomhoogte
Voor de meeste veldspuiten is de hoogte tussen spuitdoppen en het gewas of de grond niet meer dan 50 cm. Gebruikt u een veldspuit met verlaagde spuitboom, dan is de maximale spuitdophoogte 30 cm. Heeft u het MagrowTec magnetisch systeem op uw veldspuit zitten? Let er dan op dat de maximale spuitdophoogte 40 cm is. Voor veldspuiten met Wingssprayer of het Wave-systeem geldt dat de Wings of platen moeten afsteunen op het gewas of de grond, waarbij de hoogte/afstand tussen spuitdoppen en het gewas of de grond maximaal 20 cm is.
Advies: Gebruik hulpmiddelen op de spuitboom voor de juiste hoogte.
Windsnelheid
U mag gewasbeschermingsmiddelen spuiten tot een windsnelheid van 5 m/s. Dit komt overeen met windkracht 3. Meting van de windsnelheid gebeurt op 2 meter boven de grond bij neerwaarts spuiten en 1 meter boven het gewas bij op- en zijwaarts spuiten. Alleen bij een teeltbedreigende situatie mag u gewasbeschermingsmiddelen spuiten bij een windsnelheid hoger dan 5 m/s. U moet dit dan wel kunnen aantonen.
Advies: Houd bij de planning van spuitwerkzaamheden rekening met de verwachte wind en maak gebruik van een windsnelheidsmeter.
Wettelijk Gebruiksvoorschrift
Bij het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen moet u voldoen aan het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (etiket). Het waterschap beperkt zich bij de controles tot de watergerelateerde voorschriften op het etiket. Denk hierbij aan driftreductie en teeltvrije zone.
Advies: Raadpleeg het etiket van te spuiten gewasbeschermingsmiddelen.
Keuring van spuitmachine
Alle spuitmachines voor het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen moeten goedgekeurd zijn. Een SKL-keuringsbewijs heeft een geldigheid van 3 jaar. Voor sommige spuitmachines is dit 6 jaar, bijvoorbeeld een aardappelpootmachine en een rijenspuit met maximale breedte van 3 meter. Vrijgesteld van de keuring zijn alleen handgedragen apparatuur en rugspuiten.
Advies: Controleer of uw spuitmachine nog goedgekeurd is.
Spuitlicentie
Voor het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen moet u in het bezit zijn van een bewijs van vakbekwaamheid, beter bekend als ‘spuitlicentie’. Dit is ook nodig voor de ontvangst en opslag van gewasbeschermingsmiddelen op uw bedrijf. In principe moet u beschikken over de licentie Bedrijfsvoeren Gewasbescherming. In een aantal gevallen is de licentie Uitvoeren Gewasbescherming voldoende. Iedere spuitlicentie is iedere 5 jaar geldig. Voor verlenging moet u kennisbijeenkomsten volgen. Meer informatie vindt u op de website van Bureau Erkenningen: https://erkenningen.nl/.
Advies: Controleer of uw spuitlicentie nog geldig is.
Vullen van spuitmachine
Bij het vullen van de spuitmachine moet u voldoende afstand tot het oppervlaktewater aanhouden. Dit geldt zowel op het erf als op landbouwpercelen of in de nabijheid daarvan. Een richtlijn is minimaal 2 meter afstand. Het gaat erom dat u mogelijke verontreiniging van het oppervlaktewater voorkomt.
Advies: Blijf altijd bij de spuitmachine tijdens het vullen en vul uw spuitmachine op uw erf op een vulplaats met opvang.
Waarom voeren wij spuitcontroles uit?
Naleving van milieuregels is belangrijk voor het halen van de waterkwaliteitsdoelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. Dit draagt ook bij aan het belang van de sector om over een effectief middelenpakket te blijven beschikken. Als het bij het spuiten niet (helemaal) goed gebeurt, dan leidt dit tot piekconcentraties van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. Dit heeft nadelige effecten voor de waterkwaliteit en daarom voeren wij spuitcontroles uit.
Wat zijn mogelijke gevolgen van een overtreding?
Wij gaan ervan uit dat u zich aan de milieuregels houdt. Als het waterschap toch een overtreding constateert, dan geven wij een waarschuwing of we treden handhavend op. In het laatste geval maken wij een rapport van bevindingen op en legt de NVWA een bestuurlijke boete (geldboete) op. Een overtreding leidt vaak ook tot een korting op uw GLB-subsidie(s) door RVO. Met naleving van milieuregels voorkomt u deze gevolgen.