25 jaar Werk aan het Water: Jan-Willem Trompetter ‘We moeten sneller aan de knoppen draaien dan vroeger’

Veel is veranderd in de afgelopen 25 jaar maar één ding is nog precies hetzelfde: als de gemalen niet werken loopt Flevoland onder. Als hoofdwerktuigkundige is Jan-Willem Trompetter wel een beetje vergroeid met zijn gemalen Wortman (Lelystad) en De Blocq van Kuffeler (Almere). 

Tot vorig jaar had Jan-Willem Trompetter 28 jaar lang roosterdienst: eens in de zes weken was hij van maandagochtend tot de volgende maandagochtend 24 uur per dag beschikbaar. Als dienstdoende werktuigkundige houd je het waterpeil in de polder in de gaten en handel je storingen af van elektrische gemalen. Tegenwoordig hoef je daarvoor meestal de deur niet meer uit. Op de iPad zie je of alle pompen draaien, of er één storing heeft en zo ja wat voor storing. Dat is een flinke verbetering. ‘Als je in het jaar 2000 een week dienst had, wist je in de herfst en winter zeker dat je in het weekend op het gemaal was.’  De elektrische pompen gaan vanzelf aan en uit als het waterpeil een bepaald niveau bereikt. Dat geldt niet voor gemaal Wortman, want dat werkt op diesel. ‘Om dat te laten draaien moet je echt zelf op het gemaal zijn. De motoren van Wortman zijn uit de jaren 50. Die moet je met de hand aan- en uitzetten en om de twee uur moet je erlangs met de oliekan. Het hele systeem is handbediend.’ Jan-Willems werk is lichamelijk veel minder belastend geworden. ‘25 jaar geleden betekende sleutelen, met een hamer of een buis op een steeksleutel slaan om grote bouten en moeren los te krijgen.’ Met de huidige hulpmiddelen is dat allemaal niet meer nodig. Ook de automatisering maakte het werk eenvoudiger. ‘In 2007 zijn we begonnen gemaal De Blocq van Kuffeler te automatiseren. Daardoor is de belasting van het personeel in de avonden en de weekenden veel minder geworden.’

Jan-Willem op de ladder in een gemaal

Zijn sommige zaken eenvoudiger geworden, andere zijn nu complexer. 25 jaar geleden pompte het waterschap al het overtollige water zo snel mogelijk uit de polder. Nu proberen ze het water juist daar vast te houden, om te voorkomen dat er in de zomer een watertekort ontstaat. ‘We proberen het water zo hoog mogelijk te laten staan en het verschil tussen hoog en laag waterpeil zo klein mogelijk te houden. Dus we beginnen wat later met pompen en we stoppen ook wat eerder. Dat is ook goed voor biodiversiteit.’ Een hoger waterpeil in de polder heeft wel gevolgen want je hebt minder ruimte om grote hoeveelheden water te bergen. Bijvoorbeeld als de weerapps zeggen dat er zware buien aankomen. ‘We moeten wat sneller aan de knoppen draaien dan vroeger’, zegt Jan-Willem.’

Door bodemdaling en klimaatverandering komt het watersysteem (zoals de vaarten en tochten in het gebied) onder druk te staan, ziet Jan-Willem. ‘Maar op het moment kunnen we het nog goed redden.’ Wel wordt daarvoor gemaal Wortman weer vaker ingeschakeld. Dat kost tijd en mankracht. Jan-Willem: ‘Voor 2007, toen we nog zoveel draaiden, heb ik het werk wel eens verwenst. Nu is het gewoon leuk. Je vergroeit wel een beetje met die gemalen, ja. Het is een mooie baan.’